De zevenendertig afleveringen van "Peint à la
main", verschenen van 1961 tot 1965, en de negenentwintig pamfletten
van "l'lmpertinent", tussen 1976 en 1994, zijn als het ware een continue
"périodique de démystification artistique" waarmee Wilchar zijn werk
en zijn strijd bekendheid wilde geven.
Het zijn doorgaans teksten van de hand van de Kunstenaar
zelf, die eerst gestencild en daarna als fotocopie kosteloos werden
toegestuurd aan militanten en vrienden of die tijdens tentoonstellingen
werden rondgedeeld.
Maar buiten deze periodieke teksten zijn er nog geschriften
van Wilchar : de kunstenaar werkte tijdens en na de oorlog mee aan
het tijdschrift Contact, in 1945 aan Clarté en aan het gelijknamige,
in 1968-69 werd uitgegeven blad, alsook aan "Alternative" in 1985
; verder zijn nog een aantal losstaande pamfletten en enkele open
brieven bekend. Het is echter vooral in de eerste twee reeksen (die
door uitgever Didier Devillez opnieuw werden uitgegeven) dat Wilchar
het duidelijkst zijn visie geeft op de kunstwereld en zijn eigen werkstatuut.
(Naar het voorwoord bij de heruitgegeven
geschriften van Wilchar bij uitgeverij Devillez
door Paul Aron)
|